Informatie van algemene aard

Het Keniaanse schoolsysteem

(informatie overgenomen van Wikipedia)

Achtjarige lagere school

Vooral in plattelandsgebieden werden veel lagere scholen onderhouden volgens het Harambee principe, wat betekent dat ouders ze zelf financierden met giften. Deze scholen waren in alle opzichten slecht. Deze situatie verbeterde pas toen in 2003 de regering Kibaki haar verkiezingsbelofte nakwam en het schoolgeld voor lagere scholen afschafte. Hierdoor kregen kinderen uit armere gezinnen voor het eerst toegang tot onderwijs. Binnen een jaar gingen 1,7 miljoen meer kinderen naar school. Er is echter niet geïnvesteerd in de onderwijssector en het schoolsysteem is nauwelijks in staat het toenemende aantal leerlingen op te vangen.

De verhouding leerkrachten/leerlingen is verslechterd tot 1:100, waardoor onderwijs van goede kwaliteit bijna onmogelijk is geworden. Bovendien daalt het aantal leerkrachten voortdurend. En wie voor zijn kinderen een half aanvaardbare leraar-leerling verhouding wil, met de daaruit voortvloeiende betere leerprestaties, en er geen genoegen mee neemt zijn kinderen slechts op papier één klas hoger te laten gaan, wordt nog steeds gedwongen zijn kinderen naar een van de vele openbare scholen te sturen tegen betaling van het bijbehorende schoolgeld. Daartoe behoren talrijke scholen die worden geleid door BIA. De werking van deze scholen is omstreden.

Middelbare scholen

De middelbare scholen (klas 9-12) zijn scholen waar schoolgeld moet worden betaald. Hun sponsors zijn de staat, grote organisaties zoals de kerken of particuliere ondernemers. De laatste twee worden over het algemeen openbare scholen genoemd. Vanwege de kosten zijn deze scholen ontoegankelijk voor grote delen van de bevolking, zelfs als de openbare scholen studiebeurzen toekennen. Sommige scholen laten alleen begaafde kinderen uit de sloppenwijken gratis toe.

Beroepsopleiding

Beroepsopleiding, zoals die bijvoorbeeld in Duitsland wordt gegeven volgens het duale systeem of in beroepsscholen, bestaat niet in Kenia. Er is een of andere opleiding in het bedrijf (bijscholing) of aan een van de vele particuliere instituten in de steden. Daar worden bijvoorbeeld automonteurs, kappers of computerspecialisten opgeleid. Al deze opleidingen kosten geld. Een hardwarespecialist, bijvoorbeeld, wordt in Nairobi opgeleid voor 2.000 euro in 18 maanden. Een dergelijke opleiding vergroot de kansen op de vrije markt enorm.

Universiteiten

Kenia telt vandaag zeven staatsuniversiteiten en een groot aantal hogescholen. Alleen de beste studenten krijgen gratis plaatsen aan de staatsuniversiteiten. Zij die minder "goed" zijn, zijn aangewezen op de (internationale) privé-universiteiten die tegen betaling werken. Universiteiten beschikken vaak niet over de nodige middelen, waardoor stakingen van docenten of studenten vaak voorkomen.